De eerste tekenen van het nieuwe dispuut binnen het U.M.T.C. werden op 9 oktober 1989 geformaliseerd. Nadat vrij snel duidelijk werd dat de oprichters op dezelfde gedachtenlijn zaten, werden de aanstaande dispuutsgenoten aangeschreven door onze eerste grote bek:
Dit dispuut, dat keihard beter zal zijn dan Palmarias, een grotere bek zal hebben dan Coronax en nog beestachtiger zal zijn dan Raggus, … Inderdaad, dit is een illuster gezelschap, bestaande uit personen die reeds nu bekend c.q. berucht zijn in de gelederen van het U.M.T.C.
Na een aantal belangrijke zaken geregeld te hebben (je moet toch een identiteit hebben), werd het dispuut voorgedragen aan de praeses van het U.M.T.C. Op 16 maart 1990 werd het Dispuut DionySos binnen het Utrechts Mechanisch Technologisch Corps geïnstalleerd door Marinus Jansen, toenmalige beschermheer van het U.M.T.C. Fragmenten uit zijn rede:
|
Het motto van DionySos is “Bibo, ergo sum!”, afgeleid van de bekende uitroep van Rene Descartes die toch meer dacht dan dronk dan wij dachten.
De naam DionySos is afgeleid van Dionysus. Edoch, wij doen meer dan Bacchus deed. Wij doen dat niet alleen voor onszelf, maar vooral ook voor anderen. Om die hulp te symboliseren zijn de laatste 3 letters gelijk het S.O.S. geschreven. Om het geheel de schoonheid te geven die het verdient is de ‘S‘ in het midden verrezen, gelijk onze status die boven die van anderen verrijst.
De leden van DionySos, alleen heren, zijn bepaald geen onbekenden bij/van het U.M.T.C., al was het alleen maar vanwege het werk dat voor het U.M.T.C. wordt verzet. De heren van DionySos zijn stuk voor stuk actief voor de vereniging (geweest) als bestuurslid en/of commissaris. Activiteiten waarvoor bijna al onze oud-leden door het U.M.T.C. zijn geëerd.